Skip to main content

Column 04-09-2025  Bijltjesdag en het vervolg     door Ruud Bijkerk

De oorsprong van de term ‘Bijltjesdag’ ligt in de Tweede Wereldoorlog, waarmee verwezen werd naar de dag waarop het Nederlandse volk met verraders zou afrekenen. Meteen na de bevrijding werden vermeend foute personen gearresteerd door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. In eerste instantie ging het daarbij om NSB’ers, collaborateurs, landwachters, zwarthandelaren en leden van de Waffen-SS.

 

Vanaf 30 oktober 1945, het moment waarop de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.) te Oud-Beijerland spreekuur ging houden, nam het aantal arrestanten toe. Bezorgde burgers konden daar ‘foute elementen’ aangeven. Opgepakte personen werden in afwachting van hun tribunaalproces ondergebracht in een internerings- en verblijfkamp. In het hele land werden deze speciaal hiervoor ingericht of opgezet, zo ook in de Hoeksche Waard.

 

Op 8 mei 1945 werd in Oud-Beijerland het ‘Centraal Bewarings- en verblijfskamp Hoeksche Waard’ ingericht, in het gebouw van de ‘Rijks Hoogere Burgerschool’. Vanwege de gewenste hervatting van het onderwijs werd al snel gezocht naar een meer geschikte locatie. Het oog viel daarbij op het 18e-eeuwse Fort Buitensluis, gelegen in Numansdorp aan het Hollandsch Diep. Na een grote schoonmaak en renovatie van het fort werd op woensdag 14 november 1945 het ‘Bewarings- en verblijfskamp Fort Buitensluis’ als werkkamp in gebruik genomen. De capaciteit werd ingericht voor 350 gedetineerden. De bewakers waren oorspronkelijk leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ze zorgden voor de buitenbewaking, de toegang tot het kamp alsmede de bewaking van tewerkgestelden buiten het kamp.

 

Eind 1945 telde het kamp 54 bewakers. Er moest worden gewerkt, zowel in het kamp als in de omgeving. De gedetineerden werden voornamelijk ingezet in de landbouw: knollen trekken, aardappelen, witlof en peen rooien, bonen en vlas plukken. In de wijde omgeving vormden de werkploegen vanuit het kamp al snel een vertrouwd beeld. Ook op Tien Gemeten waren zij te vinden. In 1946 waren er gemiddeld 266 gedetineerden. Er was zelfs sprake om dit uit te breiden naar 500, maar door schandalen en financieel wanbeleid kwam in de zomer van 1947 een onverwacht einde aan het ‘Bewarings- en verblijfskamp Fort Buitensluis’. 

 

Het tekort was in een half jaar al opgelopen tot bijna anderhalve ton. Zowel de kampcommandant als administrateur werden nog vervangen, maar dit mocht niet baten. Van fraude en omkoping werd niet gesproken, wel van het schijnbaar moedwillig creëren van een omgeving waarin frauderen gemakkelijk en verleidelijk was.

 

Dankzij de research van Henk van den Heuvel over het fort is deze samenvatting tot stand gekomen uit drie eerder verschenen artikelen. Meer weten over de oorlog en de tentoonstelling daarover in het Museum Hoeksche Waard te Heinenoord of Fort Buitensluis in Numansdorp? Kom dan naar de Open Monumentendagen op 13 en 14 september.

Bron: Hoeksche Waard Exclusief: Bewakers bij de ingang van Fort Buitensluis